QHHYNHUNcU\TTLYH\N\Z[\ZcPSYCHOPRAKTIJK
Online, social media en mobiele
39
Suïcidepreventie bij psychosen
technologieën bij psychosen
B
ij de behandeling van psychosen blijkt dat de terugval na een farmacologische behandeling nog groot is. Psychosociale interventies zijn succesvol, maar slechts 10% van de patiënten heeft toegang tot deze interventies. Redenen hiervoor zijn onder andere de hoge kosten van de behandeling en het stigma dat nog steeds rust op een behandeling binnen de geestelijke gezondheidszorg. Als alternatief bieden internet en mobieltjes unieke mogelijkheden bij de begeleiding van mensen met psychosen. Internet is een gemakkelijke manier om toegang te krijgen tot informatie. Het biedt daarbij het voordeel van anonimiteit en het helpt om sociale relaties te onderhouden voor mensen die daar gewoonlijk problemen mee hebben. Beide bieden kosteneffectieve, niet-stigmatiserende en in tijd onbegrensde mogelijkheden om mensen met psychosen te ondersteunen. Toch blijken deze middelen vooral toegepast te worden voor mensen met depressies of met angsten en nog nauwelijks voor de behandeling van psychotische stoornissen. Alvarez-Jimenez e.a.1 deden literatuuronderzoek naar bestaande internationale studies over de inzet van internet en mobiele telefonie bij de begeleiding van mensen met psychosen. Van de 38 mogelijk relevante studies bleken er 12 geschikt voor het onderzoeksdoel. Deze studies hadden betrekking op 617 patienten en 106 ondersteuners/verwanten. De gemiddelde leeftijd van de patiënten liep van 23.3 tot 50 jaar en van de ondersteuners van 47 tot 57 jaar. Zeven studies betroffen patiënten met chronische schizofrenie, bij vier studies ging het om patiënten met chronische schizofrenie en hun ondersteuners en één studie had betrekking op jonge mensen met een eerste episode van psychose. Het ging om interventies zoals psycho-educatie en cognitieve therapie via internet, psycho-educatie in combinatie met forums voor patiënten, onderzoek naar een platform met onder andere interactieve interventies, psycho-educatie en een sociale netwerkfunctie, onderzoek van een internetprogramma dat routine outcome monitoring combineerde met een op persoonlijke maat gesneden behandeladvies en onderzoek naar het nut van sms-interventies bij auditieve hallucinaties, medicatietoediening en socialisatie. Uit de resultaten blijkt dat 74-86% van de patiënten de digitale interventies goed gebruikte, 75-92% vond de interventies positief en bruikbaar en 70-86% was nog steeds betrokken bij de interventies tijdens de followup. Digitale interventies lijken daarmee veelbelovend in het verbeteren van psychotische symptomen, ziekenhuisopnames, socialisatie, sociale verbondenheid, depressie en medicatiegebruik. Het gaat om een eerste indruk, nader onderzoek is nodig. 1
Alvarez-Jimenez M e.a. (2014) Online, social media and mobile technologies for psychosis treatment: A systematic review on novel user-led interventions. Schizophrenia research 156: 96-106
H
elaas komt suïcide relatief vaak voor bij mensen met een psychotische stoornis. Er is weinig onderzoek gedaan naar behandelingen die de kans op zelfmoord verlagen. Recent verscheen er echter een onderzoek naar een interventie om suïcide door mensen met een psychotische stoornis te voorkomen.1 De onderzochte interventie is gebaseerd op een empirisch gevalideerd model voor suïcide bij psychosen. In dit model worden biases in de informatieverwerking, betekenisgeving aan gebeurtenissen (waarbij onder andere interpersoonlijke problemen, gevoelens van verslagenheid, sociale isolatie en emotionele dysregulatie) en negatieve schema’s beschreven als risicofactoren voor suïcide. De behandeling bestond uit een bewerking van een meer algemeen cognitief gedragstherapeutische interventie voor psychosen en was gericht op het verminderen van deze risicofactoren. Primaire uitkomstmaten waren de waarschijnlijkheid van suïcide en suïcidepogingen. In dit onderzoek werd ook gemeten in hoeverre deze interventie een effect heeft op gevoelens van hopeloosheid, depressie, psychotische symptomen, dagelijkse functioneren en zelfvertrouwen. Uit dit eerste onderzoek bleek dat patiënten na deze behandeling minder dachten aan suïcide en minder hopeloosheid en depressie ervaarden. Ook was het zelfvertrouwen in deze groep groter. De eerste resultaten zijn veelbelovend, maar de studie was slechts klein. Een replicatie met een grotere groep deelnemers is nodig om meer te kunnen zeggen over de effectiviteit van de interventie. 1
Tarrier N e.a. (2014) The cognitive behavioural prevention of suicide in psychosis: A clinical trial. Schizophrenia research 156: 204-210